Concertserie Beek - Sint-Bartholomaeuskerk - Beek bij Nijmegen


UGENDA/WOENSDAG 18 september 2013
Kwaliteit en avontuurlijkheid in klassieke muziek
Door TextHex
Concertserie Beek brengt klassieke muziek, van circa 1600 tot twintigste-eeuws, door solisten en ensembles van internationale allure. En dat in Beek-Ubbergen. Om de hoek van Nijmegen in feite. De stichting viert dit seizoen haar veertigjarig bestaan.
Ter gelegenheid van deze verjaardag interviewde ik Mieke Hoofd en Cor van Wageningen, de vaste programmacommissie van de Concertserie Beek.

Geschiedenis in vogelvlucht
Hoofd: 'De Stichting Concertserie Beek komt voort uit het oorspronkelijke Comit Vrienden van het Lindsenorgel. Het doel van dit comit was in eerste instantie het restaureren van het Lindsenorgel in de grote Bartholomaeuskerk in Beek-Ubbergen. Vanaf najaar 1973 organiseerde het comit tijdens de zondagmiddag regelmatig concerten op en rondom het orgel. Vanaf 1981 kwamen daar de Musica Sacra-concerten bij.

In 1984 ging het Comit Vrienden van het Lindsen-orgel over in de Stichting Vrienden van het Lindsen-orgel, en in 2003 wijzigde die stichting haar naam in Stichting Concertserie Beek.

Ik ben door de toenmalige voorzitter van de Stichting gevraagd voor het bestuur. Inmiddels was Cor van Wageningen, afgestudeerd aan het conservatorium, aangetreden als vaste organist van de grote Bartholomaeuskerk en als bestuurslid van de stichting.'

Kleine kern
'We hebben een soepel werkende organisatie met een kleine kern: Cor, onze voorzitter Henk van den Burg en ikzelf. We worden bijgestaan door onze zeer gewaardeerde zeven vrijwilligers.'

Wat is de rode draad van jullie concertserie?
Van Wageningen: 'Je zou kunnen spreken van vier rode draden. E n: we brengen hoofdzakelijk religieuze muziek, dat is passend in een kerkruimte. Twee: de muziek moet kloppen met de omvang van de kerk, dus geen grootschalige symfonie n. Drie: we programmeren een doorsnede van de muziekgeschiedenis sinds ongeveer 1600 en proberen alle stijlperiodes in n serie te vertegenwoordigen. En vier: we mixen altijd gevestigde namen met nieuwe talenten waarvan we weten dat ze al goede uitvoeringen hebben gegeven.'

'Ik zou er een vijfde rode draad aan willen toevoegen', zegt Hoofd. 'Elk concert heeft een duidelijk thema, dat zichtbaar is in de titel.' Inderdaad zijn de benamingen van de concerten aansprekend: Dolce amaro bijvoorbeeld, of Concerto delle donne, en Minnend hart.

Jullie ontvangen hier grote namen. Alleen al te denken aan Ton Koopman (organist en dirigent; wereldberoemde Bach-specialist, TH) en Michael Chance (eveneens wereldberoemde countertenor, TH). Hoe krijgen jullie die reuzen hierheen?

'Sterker nog, verschillende musici zijn doorgebroken nadat ze in de Concertserie Beek hebben opgetreden. Bijvoorbeeld Daniel Reuss en ook Ton Koopman: die heeft hier in de jaren zeventig een grammofoonplaat opgenomen.'

 
Vriendelijke ontvangst en aandachtig publiek
'Dat ze hier graag komen, heeft te maken met de soepelheid van de organisatie, de vriendelijkheid waarmee ze worden ontvangen. Musici en dirigenten hebben echt het gevoel dat ze gewenst zijn. En het publiek is hier zeer aandachtig. De kerk kan werkelijk muisstil zijn, en dat is in andere zalen lang niet altijd het geval. Musici komen hiernaartoe voor de muziek, niet voor de glamour.'

Hoe gaat de programmering in zijn werk, hoe bepalen jullie de serie van het nieuwe seizoen?
Hoofd: 'We vragen elkaar: wat zou je dit jaar graag willen horen? Dat is het uitgangspunt. We krijgen veel mail van musici en ensembles die hun eigen programma aanbieden...' 'Maar dat nemen we niet klakkeloos over', vult Van Wageningen aan. 'We gaan uit van wat we z lf graag zouden willen horen en bouwen daar een serie omheen.'

'Opleuken doen we niet'
In de aanbiedingsbrief van het nieuwe seizoen stond dat de Concertserie Beek niet meegaat in de trend om klassieke muziek 'op te leuken', of aan cross-overprogramma's doet, om maar een breder of jonger publiek te trekken.

Van Wageningen: 'Klopt. Op zich heb ik niks tegen cross-over, maar maak dan iets dat recht doet aan beide disciplines. Het moet van binnenuit gebeuren met volledige inzet. D t, of: niet doen! Het gaat erom dat het authentieke element er nog in zit, dat er overtuigingskracht uit spreekt. Maar zomaar een botte combinatie maken van twee disciplines, dat wordt niet mooi.

Afgezien daarvan: wij geloven in de kracht en de kwaliteit van de muziek zelf. De Concertserie Beek zou als serie in het Concertgebouw Amsterdam volstrekt niet misstaan. Het is een consistent geheel van een enorme kwaliteit en avontuurlijkheid.'

Als ik naar een concert kom, valt me regelmatig op dat de kerk lang niet vol zit...
Een zucht. Dan zegt Hoofd: 'Ja, wij vragen elkaar ook herhaaldelijk: hoe k n dat nou? Zulke mooie muziek, zulke bekende namen, maar waar blijft het publiek? Stel dat Johan Cruyff bij BVC (de voetbalclub van Beek, TH) zou staan. Dan komt toch k iedereen?'

Meer mensen laten meegenieten
'We weten zelf ook niet hoe dat komt. We vermoeden dat de ligging van Beek-Ubbergen een drempel is. Helemaal d r, denken mensen dan. Terwijl Beek heel goed bereikbaar is vanuit Nijmegen. Het is trouwens vooral merkwaardig dat er juist uit Beek zelf maar zo weinig mensen komen.

In de nieuwe serie hebben we drie concerten op de zondagmiddag. Wie weet scheelt dat in de opkomst; misschien zijn er oudere mensen die 's avonds niet graag de deur uit gaan maar overdag w l komen. We zullen zien.

Het gaat er niet eens om dat we groter willen groeien. Het gaat erom dat we meer mensen willen laten meegenieten van de mooie muziek.'


UGENDA/WOENSDAG 29 MEI 2013
Hoe klap je na zoiets sacraals?
Door TextHex
Het laatste concert van dit seizoen in de Concertserie Beek stijgt sereen ten hemel. Dankzij de magnifieke zang van Cappella Amsterdam en de passende omgeving voor de religieuze werken: de grote Bartolomaeuskerk in Beek-Ubbergen.
Cappella Amsterdam zingt vanavond Franse psalmen en Cantiones sacrae van Jan Pieterszoon Sweelinck, de Orpheus van Amsterdam. De koorklank is prachtig: vol en sonoor, maar niet te zwaar of galmend. Alle stemmen zijn fraai met elkaar in balans. In Psalm 146 ('Sus mon ame, qu'on benie le Souverain', 1613) komen de alten mooi naar voren in een tussenakkoord. De diepe bassen saillant detail: allemaal lange mannen klinken fantastisch in het gedragen 'De profundis'.
Gewijde sfeer
De zang is ruisend, evenwichtig en gelijkmatig. De harmonie n rollen af en aan als golven op het strand. Z klinkt polyfone religieuze muziek op het snijvlak van Renaissance en Barok. Cappella Amsterdam zet een gewijde sfeer neer. Tussen de gezangen door komt tweemaal een orgelsolo, gespeeld door Tineke Steenbrink op het Lindsen-orgel. Dit versterkt de sacrale atmosfeer van het concert. Steenbrink begeleidt ook een aantal liederen op kistorgel.
 
Het koor krijgt een paar keer versterking van Mike Fentross op theorbe. Ik vind het erg mooi, het getokkel op de theorbe klinkt subtiel maar voegt wel degelijk iets toe aan de stemmen.
Zuchten van verrukking
Veel mensen zitten met gesloten ogen te luisteren. Zelf droom ik ook een beetje weg. Na elk gezongen lied blijft het stil in de kerk, her en der hoor je een lichte zucht van verrukking. Er wordt tussen de werken door niet geapplaudisseerd; zoals mijn metgezel me toefluistert: 'Hoe klap je na zoiets sacraals?'
Bij het tweede stuk na de pauze, Psalm 130 ('Du fonds de ma pens e', 1604) zetten de sopranen wat onzeker en ongelijk in. Na een paar tonen tikt dirigent Daniel Reuss af en verontschuldigt zich: hij had een ander lied in gedachten en had de verkeerde begintoon aangegeven. Nogmaals de stemvork tegen het hoofd, en nogmaals zet de sopraanpartij in. Dit keer zeker een kwart lager. Zelfs voor zulke goede dirigenten geldt: vergissen is menselijk.
Mijn favoriet van de avond is Psalm 42 ('Ainsi qu'on oit le cerf bruire', 1614). Dit klinkt me blijmoedig en vrolijk in de oren, een fijne afwisseling tussen de overige, vrij serieuze liederen.
En ja, na het slotakkoord van het laatste gezang volgt als een soort ontlading het applaus.
UGENDA/WOENSDAG 30 JANUARI 2013
Gevarieerd programma in klank, vorm en uitvoering
Door TextHex
Kwam het door de ietwat gladde wegen dat de kerk maar halfvol zat? Of was de datum van het concert te dicht bij Blue Monday? Hoe het ook zij, in de grote Bartolome s in Beek trad afgelopen zaterdag ensemble la dolcezza op voor een kleiner publiek dan er gemiddeld naar de Concertserie Beek komt. De thuisblijvers hebben wat gemist!
Ensemble la dolcezza is het kindje van barokvioliste Veronika Skuplik. Deze avond trad zij op met Judith Steenbrink (barokviool), Albert Br ggen (viola da gamba) en Menno van Delft (klavecimbel/orgel). Op het programma, met de naam Sonate da chiesa ( Sonates uit de kerk ), stonden werken van onder anderen Purcell, Corelli en Rosenm ller. Daarnaast kwamen ook minder bekende componisten uit de vroege Barok aan bod.
Het leuke van dit programma was de variatie, terwijl er door de keuze voor enkel sonates toch een duidelijke lijn zat. Een sonate is een muziekstuk met een vaste opbouw uit meerdere delen. Per sonate was er daarmee al een aangename afwisseling.
Niet alle stukken werden door het voltallige ensemble gespeeld. Dankzij de wisselende bezettingen kregen we alle instrumenten goed te horen. Ook dat droeg bij aan de variatie. De Toccata nona van Michelangelo Rossi bijvoorbeeld was een stuk voor enkel clavecimbel. Het klonk precies zoals je van een compositie voor clavecimbel mag verwachten: ritmisch, vol fraaie trillertjes en loopjes.
 
In Antonio Bertali s Sonata a violino e basso continuo speelde Menno van Delft de partij van de continuo op een kistorgel, wat een vrolijk effect had. De orgelklanken huppelden als het ware mee met de viool.
In de Sonata VI van Henry Purcell, die door het volledige ensemble werd gespeeld, viel de klaaglijke repeterende continuopartij op viola da gamba me op. Wat een sonore klank! De gamba ronkte en zoemde en hield de barokviolen fraai in balans. De gamba had een solerende rol in de Sonate in G van Pieter Hellendaal, en daarin liet Albert Br ggen de veelzijdigheid van zijn instrument horen.
Barokviolen hebben trouwens een ander timbre dan de gewone viool. Ze klinken wat gedempter, minder schel in de hoogte. Het samenspel van muzikaal leider Veronika Skuplik en Judith Steenbrink was uitstekend! Bij Steenbrink viel het speelplezier duidelijk aan haar gezicht en lichaamstaal af te lezen. Dat er zo nu en dan een piepende snaar langskwam, zij haar dan ook van harte vergeven.
Aan het eind van het concert was er even een moment van verwarring. Het publiek dacht dat het de voorlaatste sonate was. Het gezelschap ging af en het applaus hield op. We dachten met zijn allen dat er nog een stuk zou komen, zoals aangegeven in het programmaboekje! Een beduusd geroezemoes volgde. Gelukkig was er iemand zo verstandig om alsnog hard te gaan klappen, kwamen de muzikanten terug en speelden ze als toegift een deel uit een sonate van Corelli. Dat eindigde in een akkoord als een opmaat naar meer. Een mooie cliffhanger! Maar nee, het was nu toch cht afgelopen.
uit de Volkskrant
23 april 2012
"...Die zeldzame traktatie schotelt Ton Koopman zijn publiek deze week voor, samen met zijn eega Tiny Mathot, twee jongere klavecinisten en vijf strijkers uit het Amsterdam Baroque Orchestra. Het programma heet Bach x 4, en omvat vier concerten van Bach voor twee en drie klavecimbels, plus twee voor vier klavecimbels bewerkte vioolconcerten van Vivaldi. De ene bewerking is gemaakt door Bach, de andere door Koopman. Toch is het genoegen niet aldoor onverdeeld. Klavecimbels zijn in feite tokkelinstrumenten. De aanzet van de toon is fel, maar het vervolg is relatief zwak. Hoewel het orkestje minimaal bezet is, is de klank van de strijkers te fors en drukt die van de toetsinstrumenten menigmaal weg - wat ook te maken kan hebben met de rechte, gepleisterde achterwand van de Haagse Paleiskerk, direct achter de musici.
 
Verder ware het te wensen dat de klavecinisten iets meer doorkneed waren in de verfoeide ouderwetse, maar ritmisch correcte 'naaimachine'-stijl. Te dikwijls gaan hele passages ten onder in onprecies gewriemel. Maar als het spel gelijk en in balans is, leidt dat tot euforische ervaringen. Dat gebeurt paradoxaal genoeg vooral in de dunner bezette delen. Zo is het langzame deel uit het concert BWV 1060 (voor 'slechts' twee klavecimbels) een lust voor het oor, dankzij de getokkelde orkestbegeleiding, die de beide klavecinistes alle ruimte laat voor ritmische souplesse en smaakvolle versieringen. En op dat fantastische Bach/Vivaldiconcert is blijkbaar hard gewerkt, want daar laten de vier solisten de vonken vanaf sproeien: repeterende motieven als kwetterende vogeltjes, briljante ketens van tertsen, veelhandige trillers en leuke vraag- en antwoordspelletjes met de strijkers maken dit tot muziekgenot van de eerste orde."
DE GELDERLANDER/DONDERDAG 19 APRIL 2012
Klavecimbelmarathon in Beek-Ubbergen
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
Beek-Ubbergen draait prima met zijn concertserie. Er is zelfs ruimte voor een extra concert. De veelvuldig gelauwerde dirigent en klavecinist Ton Koopman treedt 21 april op in de St.-Bartholomaeuskerk. Echtgenote Tini Mathot en oud-leerlinge Patrizia Marisaldi, haar student Pietro Paganini, en vijf strijkers van het Amsterdam Baroque Orchestra zijn ook van de partij. Samen zetten ze de spotlights op Bachs klavecimbelconcerten. Speciaal voor dit concert worden niet minder dan vier klavecimbels in de kerk opgesteld. Bach x 4: een echte klavecimbelmarathon, als onderdeel van een korte Nederlandse tournee. Ton Koopman: "Beek is 21 april aan de beurt. In deze mooie akoestiek spelen we maar liefst zes klavecimbelconcerten met strijkersbegeleiding. Een unieke onderneming, want wanneer hoor je nu vier klavecimbels met hun charmant twinkelende geluid?"

De inhoud van de uitvoering is bijzonder. Koopman: "Het repertoire bestaat zaterdag uit twee concerten voor twee klavecimbels. Dat zijn werken die we ook kennen als concerten voor viool en hobo, en voor twee violen. Vervolgens staan twee concerten voor drie klavecimbels op het programma.

 
"Het Concert voor drie klavecimbels in C is het opmerkelijkst. Daarin krijgt de speler van de tweede klavecimbelpartij het technisch flink voor zijn kiezen. Die partij heb ik voor mijn vrouw gereserveerd", lacht Ton Koopman." Uiteraard staat het Concert voor vier klavecimbels genoteerd. Dat is een bewerking van Johann Sebastian Bach van het Concert voor vier violen van Antonio Vivaldi. Omdat we het een beetje zonde vonden om voor zeven minuten vier klavecimbels te moeten stemmen, heb ik een ander concert voor vier violen van Vivaldi zelf maar bewerkt. Zodoende krijgt het publiek nu twee van die concerten voorgeschoteld."

Op de vraag welk van die twee het mooist is, antwoordt Koopman: "Dat van Bach. Sebastian, die zelf acht klavecimbels in huis had, wist wat hij deed. Hij zocht het interessantste concert uit. Je kunt trouwens zeggen dat deze Vivaldi dankzij Bach bijzonder is geworden." Voor de luisteraars ongetwijfeld een intrigerende belevenis: vier klavecimbels tegelijk. Ton Koopman: "Het levert een opeenstapeling van volume op maar het is heus niet zo dat alle partijen hetzelfde doen. Bach schept mogelijkheden te over om dialogen aan te gaan tussen de instrumenten." Op het concert bespelen de klavecinisten kopie n van oude instrumenten, door Willem Kroesbergen uit Utrecht vervaardigd naar Vlaamse voorbeelden uit het grijze verleden. Fris van klank en toch historisch verantwoord.


DE GELDERLANDER/WOENSDAG 29 SEPTEMBER 2011
Concertserie Beek koestert barok
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. Aan een prijsverhoging ontkomt ook Concertserie Beek niet. De abonnementen en de losse kaartverkoop zijn zo'n 10 procent duurder dan vorig jaar. Toch stevent het aantal abonnementen volgens programmeur en organist Cor van Wageningen af op 130 en dat is een record voor het concertleven in de Beekse Bartholomaeuskerk dat nu zijn 38e seizoen ingaat.
"Voor het seizoen 2011-2012 met in totaal acht concerten, hanteren we wederom programma's met een duidelijke thematiek. Rode draad vormt de barokmuziek. Die is nog steeds populair bij het publiek en wordt door Concertserie Beek gekoesterd. De organisatoren werken uit liefde en nieuwsgierigheid v r de muziek en dat komt over bij onze concertgangers." De programmeur vervolgt: "Wie geen enkele uitvoering wil missen, heeft de mogelijkheid zich voor 120 euro op de complete serie te abonneren. Dankzij relatief lage kosten blijven we te maken hebben met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding."
Concerten met aansprekende titels als Zoete Zuchten (barokmuziek uit Napels met La Primavera op 8 oktober), Het Verlangen van het hart (renaissance-motetten uit Stralsund met Schola Stralsundensis op 19 november), en Bach en Vivaldi (met onder meer het bekende fluitconcert
 
ll Gardellino van Vivaldi met De Nederlandse Bachvereniging op 11 februari) moeten de liefhebbers prikkelen.
En er komt nog meer Bach. Van Wageningen: ,,We z jn er in geslaagd Ton Koopman, een oude bekende in Beek, met een instrumentaal ensemble naar de kerk te halen." Op 21 april is de beroemde muzikale duizendpoot met z jn echtgenote Tini Mathot te horen in Bachs spectaculaire Concert voor vier klavec mbels (naar Vivaldi's Concert voor vier violen).
Een heuse uitsmijter ontbreekt niet. Het Egidius Ensemble dat momenteel de blits maakt met zijn integrale cd-opnamen van de Leidse Koorboeken, treedt op 12 mei aan met M sica Temprana voor Een Zuid-Amerikaanse Vesper.
Cor van Wageningen maakt twee keer zelf zijn opwachting op 29 oktober en 15 april. Zijn eerste recital staat onder andere in het teken van de in 1911 overleden componist Alexandre Guilmant. ,,Het programmeren van diens Eerste sonate, die ook wel symfonie wordt genoemd, was een waagstuk maar het stuk komt op het Lindsen-orgel prima tot zijn recht", onderstreept de vaste bespeler. Het zou zo maar n van de hoogtepunten in de Beekse orgelgeschiedenis kunnen worden, voordat in 2013 de grote restauratie van 60.000 euro van start gaat.
KULT Magazine, 1 december 2010

 
Neue Rhein Zeitung, Kleve, 24 september 2010


DE GELDERLANDER/DONDERDAG 17 SEPTEMBER 2009
Concertserie focust op barokmuziek
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. In haar 36e seizoen richt Concertserie Beek zich in de eerste plaats op barokmuziek, globaal uit 1650-1780. Cor van Wageningen, organist van de Sint-Bartholomaeuskerk en eindverantwoordelijke voor de programmering van de komende acht muziekuitvoeringen, onderstreept dat dit geen toeval is. We sluiten gevoelsmatig aan op de smaak van ons publiek. En een groot pluspunt is natuurlijk dat er in de barokperiode nog zo ontzettend veel te ontdekken valt. Kijk naar de invulling van het kerstconcert op 12 december. Dan speelt gambist Ralph Rousseau Meulenbroeks werken van Marais, Telemann en Forqueray en trakteert hij luisteraars ook op bewerkingen van bekende kerstliederen. Met zijn bruisende vitaliteit en gedrevenheid zal Meulenbroeks beslist iedereen aanspreken , oordeelt Van Wageningen. De drijvende kracht achter de serie is ook in zijn nopjes met het optreden van het Barokorkest Eik en Linde.
 
Dat presenteert 7 november een concert met als titel Les Gloires de Versailles. Van Wageningen: Muziek van Leclair, Mondonville en Rebel laat in de Beekse parochiekerk de grandeur van het hof van de Zonnekoning herleven. Niet zonder trots meldt Van Wageningen het Bachoptreden op 29 mei van Cappella Amsterdam en het beroemde barokensemble Il Gardellino. Zij staan een dag later in het Amsterdamse Concertgebouw. D t is de allure die de Concertserie Beek toch wel heeft.
Beek blijft overigens niet steken in de barokperiode. Voor wie zijn romantische hart wil ophalen, zijn er concerten met vocale werken van Caplet, Vierne, Chausson en anderen (24 april), met sopraan Francine van der Heijden en Cor van Wageningen op orgel, en een themaconcert Mozart en zijn romantische thesauriers (3 oktober).
De seizoensopening is 26 september. Met altus Maarten Engeltjes in een Purcellprogramma.
DE GELDERLANDER/DONDERDAG 4 SEPTEMBER 2008
Concertserie Beek start met royale Händelklanken
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. Veelbelovend. Die indruk maakt de openingsuitvoering van de Concertserie Beek al op voorhand. Op 13 september wordt een voorschot genomen op het aanstaande H ndeljaar. Met koninklijke klanken nog wel. Het beroemde Duitse barokensemble Concerto K ln opent het concert met een feestelijk fragment uit het oratorium Solomon. Strijkers en blazers kunnen zich uitleven in de joyeuze, licht opgewonden virtuositeit van The Arrival of the Queen of Sheba. De muziek beschrijft treffend de overdonderende indruk die deze legendarische vorstin tijdens haar bezoek aan Jeruzalem maakte.
Concerto K ln, dat mede dankzij de Muziek Bi nnale Niederrhein 2008, zijn opwachting in de Beekse Bartholomaeuskerk maakt, toont zijn meesterschap ook in werken van Vivaldi (Fagotconcert in e), Bach (Concert voor hobo d'amore, BWV 1055) en Telemann.
 
Van laatstgenoemde componist gaat een Tripelconcert voor fluit, hobo d'amore en viola d'amore. Met solisten als Cordula Brueuer, Beno t Laurent en Chiharu Abe belooft het letterlijk een uitvoering 'con amore' te worden.
Programmeur Cor van Wageningen en zijn medebestuursleden hebben de komende maanden meer pijlen op hun boog. Na het concert met de Goldbergvariaties van Bach (25 oktober) volgt, onder meer, een kerstconcert op 20 december. Van Wageningen, sopraan Esther Ebbinge en hobo st Bart Schneemann presenteren dan werken van Telemann.
In het nieuwe jaar trekken twee uitvoeringen met n g oudere muziek de aandacht. Daniel Reuss dirigeert Sch tz' Schwanengesang op 24 januari en het Egidius kwartet duikt op 7 maart in de wereld van de Treurzangen van Jeremias.
Het is echter niet alleen maar Oude Muziek wat de klok slaat. Op 22 november (de feestdag van Sint-Caecilia) stelt het Darius Ensemble chansons van Berio, Ravel en anderen centraal.
DE GELDERLANDER/MAANDAG 24 MEI 2008
M sica Temprana laat volle kerk delen in opzwepende ritmen en puur speelplezier
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. Voor haar slotuitvoering heeft de Concertserie Beek een beroep gedaan op de groep M sica Temprana ('dageraadsmuziek') en dat is een gouden greep geweest.
Deze zaterdagavond krijgt de volle Beekse kerk opwindende ritmen en puur speelplezier voorgeschoteld. Vooral na de pauze gaat de vlam in de pan. Het programma, dat niet alleen de klassieke muziek uit de missieposten van de Amazone en haar Spaanse roots, maar ook de oude volksmuziek uit Peru centraal stelt, blijkt de concertgangers in een roes te brengen. Rond de klok van elven wordt nog een toegift afgedwongen. Met zang, gitaren, viool, slagwerk, gamba en harp.
Eerder klinkt een oprecht 'jiha' vanuit de kerkbanken. Dat gebeurt na de laatste klanken van het syncopische Lanchas para bailar ('bootjes om te dansen'). Muzikaal leider Adri n Rodriguez Van der Spoel zet dit vlotte werkje in met een hardop geteld 'un, dos, tres', ook niet alledaags op een klassiek concert. De El Conejo ('het konijn') opent met prachtige tremolo's op de kleine gitaar. Na zoveel uitgelaten klanken, met name mezzosopraan Xenia Meijer is heerlijk op dreef; komt de verstilling op de proppen in La Celosa ('de jaloerse'). Van der Spoel zingt hier op intieme wijze, waarna de harp met verleidelijke trillertjes afsluit. Waarom het programma v r de pauze minder losmaakt? Vermoedelijk vanwege het ontbreken van enige uitleg. Het publiek moet het doen met wat titels en summiere algemene info in het programmaboekje, terwijl deze interessante achttiende-eeuwse exotische materie om explicatie schr euwt.
Musica Temprana, foto Martin Nota Na de pauze heeft ook Van der Spoel dat door. Het concert wordt geopend met de cantate Caima Iya Jesu. Gitaren, luit, gamba, viool en harp tekenen voor een sprankelende opening a la Vivaldi. De zangeres wiegt mee op het ritme maar houdt zich vocaal te veel op de vlakte. Meijer is ook slecht te verstaan. Van de Spaanse stukken onderscheiden zich een kerstliedje als Disfrazado de Pastor ('als herder vermomd') en de kokette cantate Pues ya gozais pastores ('zijn jullie al aan het genieten, herders?'). Jazeker, we hebben genoten.
DE GELDERLANDER/DONDERDAG 20 SEPTEMBER 2007
"Concertserie Beek zoekt uitersten op"
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. In Beek is de belangstelling voor kerkmuziek geenszins tanende. De groep abonnementhouders voor de concerten in de Sint-Bartholomaeuskerk vertoont zelfs een stijgende tendens. Met de nieuwe programmering geeft de Concertserie Beek duidelijk aan dat er ook in haar 34e seizoen geen plek is voor sleetsheid. De serie barst van de contrasten. Maar er speelt nog iets anders mee. Programmeur Cor van Wageningen: "In het seizoen 2007/2008 kunnen mensen voor het eerst een keuzeabonnement nemen. Ze betalen geen 90 euro voor alle acht concerten, maar verzekeren zich voor 50 euro van plaatsen voor vier avonden die h n uitkomen. Die formule werkt." Van Wageningen, die samen met Mieke Hoofd voor de artistieke invulling zorgt, benadrukt dat de serie steeds vaker uitersten opzoekt. "Op 26 januari presenteert het Valerius Ensemble zowel Verkl rte Nacht van Sch nberg, in de boeiende oorspronkelijke versie, als het Strijksextet opus 118 van Reger. Twee laat-romantische werken. Voor ons is het een opstapje voor meer aandacht in de toekomst voor het expressionisme. Een muziekstijl die ook prachtig klinkt in deze kerk."
Ondertussen wordt de barokmuziek niet vergeten. Ook hier is sprake van verrassingen. Op 17 november biedt het programma Tod und Tanz Duitse muziek en teksten uit de oorlogsjaren van de 17e eeuw door de Holland Baroque Society. Tussen de diverse treurzangen (Lamento's) door draagt Cox Habbema teksten van Gryphius, Opitz en anderen voor.
Van een heel ander karakter is het optreden van Musica Temprana. Onder leiding van de Argentijnse dirigent Adri n Rodriguez van der Spoel wordt op 24 mei muziek uit de kerkelijke archieven van Peru en Bolivia voorgedragen. Een opwindend feest van ritme, kleur en passie.
Van Wageningen treedt zelf ook twee keer op. Allereerst op 3 november als solist in een Buxtehude/Bachprogramma en vervolgens op 8 maart met de mezzosopraan Margot Kalse tijdens een Frescobaldiconcert. Op het programma staan zes complexe Fantasia's uit 1608. "Het contrapunt is hier z ingewikkeld dat uitvoerenden de muziek vaak laten liggen." Voor de aftrap zorgt de beroemde Engelse mannenalt Michael Chance (6 oktober). Van Wageningen: "Chance komt nu voor de derde keer en dat wordt dus weer een volle kerk."


DE GELDERLANDER/VRIJDAG 22 SEPTEMBER 2006
"Ruimte en muziek op elkaar afstemmen"
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. In de Beekse Sint-Bartholomaeuskerk gaat 30 september het 33ste seizoen van de Concertserie Beek van start. Het Nederlandse Kamerkoor opent de reeks die nadrukkelijk aansluiting zoekt bij de bijzondere ambiance.

De nieuwe kleurenfolder oogt kek, fris en uitnodigend. Duidelijke zaak: de organisatoren achter de Concertserie Beek gaan met hun tijd mee en hebben weer veel werk gemaakt van het nieuwe seizoen. Volgens programmeur Cor van Wageningen gebeurt dat laatste op basis van hun eigen gevoel voor avontuur. "Bij het samenstellen van de uitvoeringen in de fantastisch klinkende Beekse Sint-Bartholomaeuskerk zoeken we nadrukkelijk naar passend repertoire. Ruimte en muziek op elkaar afstemmen: dat staat steeds centraler. In alle aspecten, zeker ook qua bezetting en sfeer." "Omdat we in een sacrale ruimte werken, weren we theatermuziek Maar te veel nadruk op geestelijke muziek is ook niet goed. Dan werp je ongewild drempels op. Vandaar dat het kerkmuzikale gehalte van de nieuwe serie niet meer expliciet uit de folder blijkt", aldus Van Wageningen.
In het 33ste seizoen ligt de nadruk met name op kamermuziek. Het programma beweegt zich globaal tussen de Cellosuites van Bach en het Rosamundekwartet van Schubert. Daarmee bevestigt de Concertserie Beek de koers van de afgelopen jaren. 'Beek' als het verlengstuk van de Nijmeegse Vereeniging?

Cor van Wageningen spreekt liever van een aanvulling. "De Vereeniging programmeert grootschalige werken met een lage drempel. Wij zoeken toch meer het avontuur, al ontbreekt dit jaar bij ons de eigentijdse muziek. Beide podia zitten elkaar echter absoluut niet in de weg." Dat 'Beek' ook door de concertgangers als welkome aanvulling wordt gezien, bewijst de herkomst van het publiek. Minstens driekwart van de bezoekers komt uit Nijmegen.Gezien de ligging zou je verwachten dat er ook veel Duitsers naar de concerten in Beek gaan. Maar dat valt volgens Van Wageningen tegen. "We doen dit jaar geen reclame meer over de grens. Je merkt toch dat het Duitse publiek een beetje neerkijkt op het concertleven dr ben. Natuurlijk is dat volstrekt onterecht. Net als de onverschillige houding hier in het dorp zelf. We brengen de Bekenaren al jaren tevergeefs al het moois van onze concerten onder de aandacht. Je snapt niet waar het aan ligt."
De Concertserie wordt 30 september geopend door het Nederlands Kamerkoor onder Uwe Gronostay. Op het programma staan onder meer werken van Max Reger en Franz W llner. Die laatste componist heeft in 1887 op het Nijmeegse Valkhof nog Wagner gedirigeerd. Verdere krenten in de pap zijn de New Dutch Academy Chamber Soloists (9 december), cellist Jaap ter Linden (20 januari), het Van Dingstee Kwartet met cellist Harro Ruijsenaars (12 mei) en Ton Koopman (2 juni). Laatstgenoemde organist staat onder meer stil bij het Buxtehudejaar.
DE GELDERLANDER/MAANDAG 21 NOVEMBER 2005
Kleurige muziek uit Londen
Door PAUL VERGEEST
BEEK-UBBERGEN. Het muziekleven in Londen kent en kende een rijk geschakeerd muziekleven. Een uitgelezen kans voor de Academia Arcadia om eens de schijnwerpers te richten op het Londen tussen de jaren 1710 - 1810. In die periode waren talloze componisten, of het nu om H ndel of de zoon van Bach ging, actief. Ze produceerden een overstelpende hoeveelheid muziek, die nog lang niet ontgonnen is. Dat moet Cor van Wageningen ook gedacht hebben. Hij heeft met zijn ensemble Accademia Arcadia slechts een kleine selectie laten horen van de vele schatten die uit die Golden Age bewaard zijn gebleven. In de Accademia Arcadia weet organist Cor van Wageningen zich omringd door de violisten R my Baudet en Franc Polman, Kees Koelmans op de altviool, celliste Inja Botden en tenslotte Tis Marang op de contrabas. Het complete ensemble was te horen in twee Concerti van John Stanley. Hij produceerde vriendelijke en toegankelijke muziek. Die bloeide verbazend goed op in de fijne akoestiek van de Beekse Sint-Bartholomaeuskerk.
De strijkers mengden uitstekend met het niet te opdringerige spel op het historische Lindsen-orgel. De Concerti van Johann Christian Bach, de jongste zoon van Johann Sebastian (ook wel de Londense Bach genoemd) zijn ook uitermate geschikt voor dit ensemble. Hier probeert de jonge Bach de galante rococo-stijl in muziek om te zetten.
Cor van Wageningen zelf nam ook een flink deel van de avond als solist voor zijn rekening. Met af en toe zeer virtuoze momenten, zoals in de Sonate in C van Galuppi. Het leek wel of het orgelmechaniek de razendsnelle passages op het klavier haast niet kon bijhouden.
Ook tegen het einde van de periode 1710-1810 viel er veel te genieten in de orgelliteratuur. Zo klonk de Dirge van Thomas Attwood als een voorbode van de romantiek, met zijn somptueuze akkoorden op het orgel, dat zich ineens ontpopte tot een heel ander instrument. Net als de Voluntary van William Russell, waar een ingewikkelde fuga toch heel logisch en dienstbaar op het orgel tot haar recht kwam. Om dit zo te kunnen spelen moet je wel van goeden huize komen; maar dat zit bij de Beekse huisorganist Cor van Wageningen wel snor.
DE GELDERLANDER/VRIJDAG 7 OKTOBER 2005
Muzikale contrasten uit Londen en Parijs
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK-UBBERGEN. De Concertserie Beek opent zondag met een 'Parijs programma'. Een maand later staat het achttiende-eeuwse Londen centraal. Liefhebbers kunnen zich opmaken voor een muzikale trektocht.
De expositie rond de beroemde miniaturen van de Nijmeegse gebroeders Van Limburg in Museum Het Valkhof eindigt in november. De Concertserie Beek biedt belangstellenden echter nog een heuse afterparty. Op 14 januari 2006 presenteert het ensemble Trigon in de fraaie ambiance van de Beekse parochiekerk van Sint Bartholomaeus een programma onder de titel Les tres riches heures du Duc de Berry. Drie sopranen en een trombonist laten dan middeleeuwse muziek horen van Dufay en Binchois, terwijl het publiek op een scherm de kleurrijke kleinoden van de Van Limburgs mag bekijken. Werken als het Nieuwjaarslied uit het Gruuthuse manuscript en het Brugse Dei mey so lieflic sluiten volgens de optredenden naadloos bij het historische calendarium aan.
Dit 'Bourgondische' concert vormt een van de pijlers van het 32ste seizoen in de Beekse kerk. Zoals ieder jaar vormen tien eeuwen kerkmuziek het uitgangspunt van de programmering. Het zwaartepunt ligt dit keer evenwel in de achttiende eeuw. Niet minder dan vijf van de acht concerten houden zich bezig met composities uit die bijzondere tijd. Daarbij valt met name de geografische spreiding op.
Het openingsconcert van 9 oktober houdt zich bezig met de Parijse meester ].-Ph. Rameau, terwijl de uitvoering van 19 november in het teken staat van de Londense Golden Age of music. Programmeur Cor van Wageningen vestigt de aandacht op de muzikale contrasten tussen beide steden.
"In Parijs klonk elegante muziek, bepaald door de hofcultuur van Versailles en vol ingehouden emotie. In Londen daarentegen is sprake geweest van een echte smeltkroes. De 'Belg' Loeiliet beoefende er de Franse stijl; de Duitser H ndel introduceerde de Italiaanse smaak. Via de jongste zoon van Bach kwam het publiek vervolgens in aanraking met de galante stijl." In het voorjaar verplaatst de aandacht van de serie zich naar Noord-Duitsland. Het ensemble Musica Antiqua K ln houdt zich op 18 maart bezig met hofkapelmeesters uit Halle, Weissenfels en Hannover. Cor van Wageningen, zelf solistisch te horen in een orgelprogramma rond Bach op 22 april, vindt die fascinatie voor de achttiende eeuw vanzelfsprekend. Volgens hem haakt de Concertserie Beek daarmee in op de voorkeur van het publiek. "Vooral de algemeenheid van de emoties en de herkenbaarheid van de structuren spreekt het hedendaagse publiek erg aan", vindt Van Wageningen. Daarom zijn volgens hem Bach en de barok zo populair. "Bij de achttiende-eeuwers hoef je je niet, zoals bij de romantici, te verplaatsen in de zielenroerselen van individuele componisten." Voor uitstapjes naar andere eeuwen tekenen het Nederlands Kamerkoor met religieuze muziek uit de twintigste eeuw (11 februari) en het Gesualdo Consort Amsterdam met renaissancemuziek van Gabrieli (20 mei).
 
DE GELDERLANDER/MAANDAG 6 JUNI 2005
Flitsende barok met aan het eind een donderstorm
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK. Zonde, dat er deze zaterdagavond niet meer publiek in de katholieke kerk van Beek zit. Jan Willem de Vriend en zijn Combattimento Consort Amsterdam tekenen daar voor een flitsende afsluiting van de Concertserie Beek en dan horen de liefhebbers eigenlijk met de benen buiten te hangen.
Vermoedelijk zijn die liefhebbers inmiddels al op vakantie of neergestreken bij het Resonet Ensemble, dat merkwaardig genoeg op exact dezelfde avond concerteert. Hoe dit ook zij, de afwezigen hebben een werkelijk wervelend programma gemist. De aan de hand van authentieke speelprincipes op een eigentijds instrumentarium optredende musici concentreren zich op minder bekende stukken en dat levert verrassende confrontaties op. Bijvoorbeeld met Johann Bernard Bach (1676-1749), de uit Erfurt afkomstige oudere neef van Johann Sebastian. Die schreef, net als laatstgenoemde, een viertal orkestsuites (ouvertures), waarvan het met negen leden spelende Combattimento Consort Amsterdam de tweede (in G) uitvoert.
De luisteraars worden aan het slot van de avond getrakteerd op een lange rij van hofdansen, zoals een hupse Gigue en een sierlijke Gavotte en Rondeau. Helemaal aan het eind staat een heuse donderstorm La Temp te. Die maakt als overrompelende uitsmijter een verdere toegift overbodig. Wat een kracht en suggestie worden hier ontwikkeld op basis van een continuo dat met vier instrumenten (fagot, cello, contrabas en klavecimbel) bezet is. Hoewel deze Tweede Suite vermoedelijk rond dezelfde tijd geschreven is als de suites (ouvertures) van Johann Sebastian vallen de verschillen duidelijk op. Neef Johann Bemard staat dichter bij de zwierige Telemann en de joyeuze Handel. Voor de pauze klinken onder andere de Derde Sonate in Bes van Jan Dismas Zelenka (1679-1745). een tegenwoordig vaker gespeelde componist die ooit in Dresden furore maakte, en de Tausend Gulden Sonata van Antonio Bertali (1605-1669). Dit laatste werk - curieus en vol contrasten - dook De Vriend op in Darmstadt. Het ensemble speelt het in n grote spanningsboog. In het niet minder intrigerende Quator nr. 2 van Florian Leopold Gassmann (1729-1774) is ten slot te te horen dat het kwartetspel voor deze gedreven musici toch nog de nodige geheime kneepjes bevat.
DE GELDERLANDER/MAANDAG 18 APRIL 2005
Combinatie orgel en zangstem klinkt uniek
Door PAUL VERGEEST
BEEK. Een bijzonder concert was het zeker, zaterdagavond in Beek, want zelden zul je liederen van Hugo Wolf en Johannes Brahms horen met orgelbegeleiding. Deze muziek verlangt toch meer naar een intieme omgeving. Maar dan hebben we niet gerekend op Max Reger. Hij was een tijdgenoot van Wolf, en blijkbaar zo gegrepen door zijn componeerkunst dat hij in plaats van de pianobegeleiding er een orgelbegeleiding voor vervaardig de. Reger was als organist volkomen bekend met het smaakvol invullen van een passende orgelomlijsting, en zo kon organist Cor van Wageningen en de mezzosopraan Frauke May een aantal Wolf-liederen laten horen. In een zestal liederen uit het Spanisches Liederbuch en de M rike-Lieder van Wolf bleek overduidelijk dat het orgel een volwaardige vervanger van de piano kan zijn. Reger gaat heel behoedzaam te werk, maar eigenlijk is dit niet nodig want het stemgeluid van Frauke May mag er zijn. Ze heeft al een goede carri re opgebouwd in Duitsland, en is vooral op de operab hne actief. Ze heeft een zeer donkergekleurde stem, die soms de neiging heeft te laag te intoneren.
Maar afgezien daarvan is bijvoorbeeld haar dictie zeer opvallend duidelijk. Ze kan waar nodig met flinke uithalen te keer gaan, om plotsklaps weer met een ragfijn pianissimo terug te keren. Nog overtuigender waren haar vertolkingen van de Vier ernste Ges nge van Brahms. De bijbelse teksten zorgden er zeker voor dat Frauke May heel betrokken deze donker gekleurde melodie n zong. Met name in O Tod, wie bitter bist du, maakte ze grote indruk. Zeker een bijzonder experiment om deze liederen om deze manier te horen, al zal de echte Wolf- of Brahms-adept toch aan het origineel met zang en piano de voorkeur geven.
Cor van Wageningen kleedde het programma in met natuurlijk veel Regermuziek. Enkele delen uit zijn opus 65 lieten horen dat ook met de bescheiden middelen van het Lindsen-orgel in deze kerk, goede resultaten te behalen zijn. Waar nodig bracht een krachtig forte het publiek weer bij de les, en het contrapunt is bij Cor van Wageningen in goede handen. Hij weet hoofd- en bijzaken goed uit elkaar te houden, zodat de muziek altijd een open karakter behoudt. Bij Max Reger is dit heel belangrijk.
Kortom, echt een avond voor de fijnproevers.
DE GELDERLANDER/DINSDAG 22 FEBRUARI 2005
Ingrid Kappelle overschrijdt vocale grenzen
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK. Zonde dat de Beekse kerk deze zaterdagavond niet stampvol zit. De bijzonder gevarieerde Concertserie Beek heeft met de sopraan Ingrid Kappelle, de pianist H kon Austb en hun Messiaenprogramma immers een gigantische topper in huis gehaald.
Hoe vaak krijg je nu live gelegenheid de Chants de Terre et de Ciel en de Po mes pour Mi te beluisteren? Het zijn werken waarin een groot beroep op zowel de interpreten als de luisteraars wordt gedaan. De eersten moeten de laatsten in hun ban zien te krijgen en dat lukt zaterdag wonderwel. Sopraan ingrid Kappelle overschrijdt met name voor de pauze in de twee boeken van Po mes pour Mi vocale grenzen. Zij wisselt zonder enige moeite van register en weet in kort tijdsbestek een opbouw te realiseren van verstilling naar momenten van grote extase. Haar intense fortes doen de oren suizen in Action de gr ces. Wat een expressiviteit weet deze zangeres in haar stem te leggen.
Messiaen laat zijn zangeres tweemaal lachen: eerst hysterisch en duivels in pouvante; later ontspannen en vrolijk (in Danse du b b -Pilule).
Meer ingetogen klanken horen we na de pauze in Chants de Terre et de Ciel. Maar ook in L' pouse uit de Po mes pour Mi weet Kappelle samen met haar begeleider een bepaalde wijding aan de tekst mee te geven.
Met haar voortreffelijke articulatie roept ze op tot geconcentreerde aandacht. In Ta Voix vallen wederom de grote vocale bogen op die de sopraan neerzet. Pianist Austb ondersteunt die pracht met een fraai gewelfde begeleiding.
En zo gaat het maar door. Ieder lied is een wereld op zich. Ingrid Kapelle en H kon Austb kleuren naar hartelust en laten de luisteraars ademloos genieten. De subtielste schakeringen komen voorbij. En de grootste contrasten natuurlijk. Pri re exauc e begint donker van timbre en eindigt in de hoogte. Wervelend pianospel tekent voor de schitterende ondersteuning van zo'n opmerkelijke transitie.
H kon Austb komt ook als solist nog uitgebreid aan bod. Na de pauze weet hij het publiek in verrukking te brengen met drie delen uit Vingt Regards sur l'Enfant J sus, eveneens van Messiaen. Zijn aanpak is gevoelig. teder en muzikaal integer. De fraaie vleugelklanken weten de tijd even helemaal stil te zetten. Dit is genieten van mystiek. Puur en intens. En Ingrid Kappelle? Zij is deze avond de dragende kracht van een recital waarover de bezoekers ongetwijfeld nog lang zullen napraten. Zelden een concert meegemaakt met zoveel vrijkomende energie.
De Concertserie Beek heeft evenwel nog meer moois in petto. Op 19 maart staat de lijdensmuziek van de excentrieke Gesualdo centraal.
DE GELDERLANDER/DINSDAG 25 JANUARI 2005
Uurtje luisteren naar middeleeuwse klankenvloed is mooi genoeg
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK. Precies een uur duurt het optreden van het uit Den Haag afkomstige gezelschap Fala M sica deze zaterdagavond en dat is mooi genoeg. Een merkwaardige middeleeuwse klankenvloed met doorgaans matig verstaanbare religieuze en profana teksten stroomt onophoudelijk door de goed gevulde Beekse katholieke kerk en houdt de aandacht, zeker in het begin, uitstekend gevangen. Maar na zo'n driekwartier is het verrassingselement toch wel verdwenen, de knappe vocale prestaties ten spijt.
Knap is niets te veel gezegd. De twee sopranen Mami Irasawa en Ildiko Hajnal, de mannenalt Hugo Naessens en de tenor Bram Verheijen tarten hun longinhoud met het eindeloos voortspinnen van vocale lijnen. Het programma met Ars Nova-muziek uit de late veertiende eeuw met twee- of driestemmige zangpartijen doet bovendien een enorm beroep op de stemvastheid. De melodielijnen van de motetten van De Vitry, Royllaert, De Machaut en andere Vlaamse en Franse meesters volgen immers vastberaden hun eigen weg.
Zeker wanneer lle uitvoerenden meedoen, gaat er een grote intensiteit van deze soms mystiek overkomende klankwereld uit. Grappig om in het slotstuk Apollinis eclipsatur/Zodiacum signis te horen hoe de componisten van die tijd door Bernard van Cluny uit de anonimiteit worden gehaald. Terwijl de tenor (zeg maar de vaste basis onder het geheel) de uit het gregoriaans afkomstige melodie In omnem terram ('overal op aarde') zingt, citeert de eerste stem roemend de namen van de leden van een muziekcollege. Middeleeuwse grootheden als Guillaume de Machaut en Philippe de Vitry ontbreken niet. Tegelijkertijd bezingt een andere stem de rol van Pythagoras en Boethius in de muziek en de herkomst van het motet zelf. Meer lof op de muziek en haar beoefenaren horen we in Musicalis sciencia/Sciencie laudabili van een anonieme veertiende-eeuwse meester. Al klinkt hier wel een waarschuwing vanuit de retorica: het modische zuchten van de muziek wordt als 'de grootste vervuiling' van de spraakkunst aangeklaagd. Ja, ja, ook toen al.
Voor de geraffineerde begeleiding van de zang tekenen de blokfluitisten Maurice van Lieshout en Gertie Johnsson, de vedeliers Hans Lub en Susanne Braumann, de luitist Thomas Winthereik en Christian Braun, een meester op schuiftrompet.
BEEK. Het Charpentierjaar loopt snel ten einde. Gelukkig kon daarom op de valreep in de Concertserie in Beek nog eens kennisgemaakt worden met een piepklein deel van zijn enorme oeuvre. Een klein muziekgezelschap onder de naam La Sfera Armoniosa presenteerde enkele motetten en andere geestelijke werken. Het Charpentierjaar is in Nederland niet erg gevierd, in tegenstelling tot Frankrijk waar de grote meester uit de vroeg-barok in alle toonaarden is herdacht. Zaterdag was het vooral de kleinschalige vocale muziek die onder aandacht gebracht werd. La Sfera Armoniosa intussen heeft zich onder de enthousiaste leiding van Mike Fentross geprofileerd als een integer musicerend ensemble. Zeker met de twee goede vocalisten Machteld Baumans, sopraan en Rosa Dominguez, mezzosopraan.
Enkele motetten van Charpentier werden vaak samen door deze twee gezongen. Heel indringend was de solo van Rosa Dominguez in het
Magdalena Lugens, een klaagzang van Maria Magdalena over haar zondige leven. Dominguez liet met haar karakteristieke donker stemgeluid horen hoe beeldend en indringend de muziek van Charpentier kan zijn. Met veel aandacht voor de donker gekleurde muziek, waar de gonzende theorbe-klanken van Mike Fentross het nodige aan bijdroegen.
Organist Menno van Delft speelde op het orgel als intermezzo muziek van Nicolas de Grigny. Een tijdgenoot van Charpentier. Ook klanken die opvallen door de lage registers die het een en ander een weemoedig en berustend karakter geven.
Ook het laatste onderdeel van dit concert: Charpentiers Canticum in nativitatem verwees weer naar het naderende kerstfeest. Geen muziek met de feestelijke klanken zoals we Charpentier kennen van de Eurovisie-tune, maar opnieuw zeer gevoelige en soms devote klanken, die door de twee vocalisten met groot invoelingsvermogen werden gezongen.
DE GELDERLANDER/MAANDAG 11 OKTOBER 2004
Pure stemmagie bij subliem Nederlands Kamerkoor
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK. Zomaar twee opmerkingen van verbouwereerde luisteraars, tijdens de pauze, gisteravond in de goed gevulde Beekse kerk. De ene bezoekster tegen de andere: "Je weet niet wat je hoort." Waarop het weerwoord luidt: "Jawel, dit is h mels zingen. Machtig gewoon!".
De dames op weg naar de koffie hebben het over Laudi Alla Vergine Maria, een opdrachtwerk, dat James J. MacMillan dit jaar voor het Nederlands Kamerkoor heeft geschreven. Niemand zal hun opgetogen reactie in twijfel trekken. Wat een enerverende zetting is dit. Na de dissonante opening ontvouwt zich een grootse Mariahymne, kleurrijk en vooral heel dramatisch. Stephen Layton laat zijn zangers en zangeressen verleiden, koketteren, improviseren en vooral str len.
En dan te weten, dat op dat moment het Nederlands Kamerkoor nog aan het indrukwekkendste werk van dit heerlijke recital met het thema Virgo Maria ('maagd Maria') moet beginnen. In Stella Matutina ('Morgenster'), opnieuw een in 2004 voltooide compositie in opdracht van het koor, maar nu van de hand van Sir John Tavener, worden opnieuw hoge ogen gegooid.

Het extatisch zingende kamerkoor weet de telkens weer op (qua sfeer en inhoud) uiteenlopende teksten teruggrijpende compositie optimaal gestalte te geven. Dit is koorzang van het llerhoogste niveau. Net als eerder in het bitterzoete M iri van MacMillan worden middels pure stemmagie grenzen verlegd. Ongelofelijk knap trouwens, zoals het Nederlands Kamerkoor in M iri met techniek en expressie uitpakt. In obsederende klankvelden horen we het ensemble sidderen, huiveren en bovenal zichzelf overstijgen. Stemmen gaan hun eigen weg, tot in het extreme, en het klinkt allemaal alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Het slot is absurd hoog, maar loepzuiver.
De programmering van deze eigentijdse, maar o zo in de traditie staande muziek in combinatie met meesters uit de Renaissance is een gouden greep. Juist dit samentrekken van twee werelden doet ook de Mariacomposities uit het grijze verleden fonkelen. Bij het Salve Regina van Obrecht, het O beata Maria van Gombert en het Salve Regina van Cornysh kun je een speld horen vallen. Zo bovenaards is de klankweelde ook hier. Van serene, allesbehalve saaie gregoriaanse zang tot complexe meerstemmigheid. Wie van sublieme koorzang houdt, moet beslist snel gaan luisteren.
DE GELDERLANDER/VRIJDAG 30 SEPTEMBER 2004
Muzikaal avontuur verdringt ijzeren repertoire
Door MAARTEN-JAN DONGELMANS
BEEK. Op 10 oktober opent het Nederlands Kamerkoor het seizoen van de Concertserie Beek met het programma Virgo Maria (muziek van de renaissancemeesters Obrecht en Gombert en de eigentijdse componisten Tavener en MacMillan). Centraal staan werken die geschreven zijn ter ere van de Moeder Gods. Een tweetal ontstond op verzoek van het Nederlands Kamerkoor zelf.
Qua inhoud, kwaliteit en uitstraling belooft dit concert een uitstekende smaakmaker te worden voor de recitals die nu voor het 31ste seizoen plaatsvinden in de Beekse parochiekerk. Daar vormt een zo breed mogelijke programmering van interessante en/of onbekende werken uit het religieuze repertoire onverminderd de rode draad van doorgaans goed bezochte concerten.
Cor van Wageningen, organist van de Sint-Bartbolomaeuskerk en programmamaker van de Concertserie Beek, vertelt: "We kiezen uit elke stijlperiode en mikken altijd op hoogstaande kwaliteit en diversiteit. De Concertserie Beek wil bovendien platgetreden paden vermijden. Hier verdringt het muzikale avontuur het ijzeren repertoire." "Hoeveel series in Nederland steken hun nek uit en durven voor componisten als Charpentier en Messiaen een complete avond te reserveren? Maar in Beek wil de organisatie zelf ook graag weten hoe die onbekende werken live klinken", aldus Van Wageningen.
Benieuwd is de programmamaker altijd naar muziek uit de Franse barok. "Die krijg je bijna nooit voorgeschoteld tijdens een concert", constateert hij met spijt in zijn stem. In Beek maken ze dat gemis goed met het recital La Sainte Chapelle dat op 18 december wordt uitgevoerd door La Sfera Armoniosa. Anne Grimm en Rossa Dominguez, sopraan, en Mike Fentross, theorbe (een soort luit), gedenken dan Marc-Antoine Charpentier, de Franse meester die driehonderd jaar geleden overleed. Van Wageningen omschrijft La Sfera Armoniosa als de opvolger van grote namen als Ton Koopman en Gustav Leonhardt. Ook in dat opzicht zoekt de serie het avontuur. In Beek krijgen musici die op doorbreken staan of net een mijlpaal hebben bereikt, alle kans. Cor van Wageningen noemt in dit verband het optreden dat hij op 16 april 2005 samen met de Duitse mezzosopraan Frauke May geeft. Een avond rond de Geistliche Lieder van Hugo Wolf.
"Geen Nederlandse zangeres kan Frauke May evenaren. Zij heeft de dramatiek van de late romantiek in haar stem en is in Duitsland al heel bekend", weet Van Wageningen. Zelf verzorgt de huisorganist van de Beekse Bartholomaeus ook nog een compleet Bachrecital (13 november).
Cor van Wageningen tot slot: "Het Lindsen-orgel is een negentiende-eeuws instrument met een traditionele uitstraling. Voor bepaalde orgelstukken van de achttiende-eeuwer Bach bezit het de juiste zangerigheid. Het is raar maar waar: soms klinkt zijn muziek op later gebouwde orgels veel beter."